als je over de verstilde lente schrijft moet je
ook de verstikkende winter erbij nemen
in je verhaal letterlijk je stopt het erin
zoals je nu doet met alle verschijnselen
van de lucht zoals je ze bent gaan noemen
met lucretius ta meteora zijn over de natuur
dient zich ineens aan als partner in quarantaine
met een uitdijende en zinnelijke overdaad
die zich onverwacht ontvouwt in plooien
en texturen dit doet iets met je sensorium
al het nieuwe ontstaat uit flux het zwenken
van elementen letters die samenklitten
zoals het gedicht de stoffelijke structuur
van de atmosfeer beschrijft de materie planten
en dieren menselijk leven zinnen zelfs
de maatschappij in termen van atomen en leegte
die dankzij het clinamen de onvoorspelbare
afwijking die verandering voortbrengt
in allerlei vormen stelsels en ordeningen
tot stand komt maar ook uiteenvalt
zo bekijk je de wereld nu als stofjes in het zonlicht
wat heilzaam werkt tegen je depressies
je hoeft niet te buigen voor de finaliteit
van de idee die de orde onwrikbaar maakt
je kunt je overgeven aan de materialiteit
van de dingen ze zijn weerbarstig niet eeuwig
wat je in staat stelt vreedzaam te leven
met jezelf en het omringende en tegelijkertijd
een wereldwijde crisis veroorzaakt immers
de verschijnselen omspannen aarde en hemel
evengoed als de pandemie de oververhitting
de radicale fase van de contrarevolutie omvat
moleculaire grensregimes iets epicurisch
vind je er niet meer je leeft in het openlijke
de verrotting wordt zichtbaar vervreemdend
noem je het maar vervreemding was er al
inmiddels ook als een nieuwe ecologie
geïntroduceerd maar niet de onze zo zie je
geen buurtbrigades voor wederzijdse hulp
geroofdrukte antiviralen geen zelfvoorziening
alleen ontmantelingen wel kon je misschien
dit plot bieden de onopvallende beschrijving
van een civiel denken onopvallend omdat ze
geen scheiding kende van waarnemen en denken
was dat niet ook wat je uit het leerdicht haalde?
nieuwe hulpwetenschap? een andere kosmologie?
de synesthesie van zintuiglijke ervaringen?
een speculatieve toekomst? pure veelheid?